Mijmeringen over de N.O.L.S. Gedurende een treinreis van Vroomshoop naar Zwolle (Provinciale Overijsselse en Zwolsche Courant - 16 jun 1939)
Mijmeringen over de N.O.L.S. Gedurende een treinreis van Vroomshoop naar ZwolleProvinciale Overijsselse en Zwolsche Courant -
16 jun 1939Dezer dagen gebeurde het, dat we in Vroomshoop stonden, besluiteloos, hoe er op de snelste manier weg te komen. Het voertuig, dat er ons gebracht had, was op het moment, dat we het noodig hadden, niet ter beschikking en we moesten dus omzien naar een andere gelegenheid, om ten spoedigste naar Zwolle te komen. B.i.a.p.p.e.n? U kent toch die afkortingen? Bond van Internationale Autoparasieten beteekent het en die naam spreekt voor zich zelf. Het was voor dat nobele streven een verkeerde tijd. Net twaalf uur geweest. Een bus was er niet. Om kwart voor vijf zou er een vertrekken, vertelde een slagersJongen. Dat vooruitzicht was niet aanokkelijk. De trein! Het duurt even, voor men op dat idee komt, in Vroomshoop staand. U komt er drie, vier maal in een week en niet een keer overkomt het u, dat u een trein ziet passeeren over den overweg in den weg naar Den Ham, die levsnsgevaarlijk zou zijn, als het treinverkeer er intensiever was. Rijdt de trein nog? denkt u onwillekeurig. U bent geneigd het tegendeel te gelooven Wandel dan, zooals wij deden, even naar het N.O.L.S.-station en hoor het: de trein rijdt. De trein rijdt zelfs vroeger dan u had durven verwachten, om 1 uur 16 en zij brengt u binnen het uur naar Zwolle. U kunt daar om 2.08 arriveeren. Dan smelten opeens alle bezwaren weg tegen de slechte verbindingen, die alleen maar in uw gedachten blijken te bestaan. Er mogen dan weinig treinen rijden voorbij het station, ze rijden in ieder geval op zoo'n moment, dat u er net gebruik van kunt maken en u bent direct pro-trein. Geen beter vervoermiddel.
Het lokaaltje.
We wachten in de wachtkamer en later op het perron. Er zijn meer passagiers en er is een postbode, die vertelt over het treinverkeer en over de mogelijkheid van een busdienst als, als maar hij is geen enthousiasteling voor de autobus. Nu zijn de wegen smal en slecht, straks misschien breed en goed, maar ten koste van de boomen, en waar blijft dan de veiligheid op mistige na j aarsavonden ? Achterstevoren de wagens trekkend schuift op dat oogenblik de locomotief van het kleine N.O.L.S.-treintje voor het station en even later zitten we in het lcc&siltj g Het is goed bezet op dit middaguur, zoo maar in de week. Beide personenwagens zitten behoorlijk vol. De derde klas geniet uiteraard meer belangstelling dan de gestoffeerde, maar het treintje rijdt in ieder geval niet voor niets. We trekken langs het stationnetje Vroomshoop-Geerdijk naar Mariënberg. Het eerste eindpunt. Daar is het overstappen in den motorwagen, die ons naar Zwolle moet brengen.
Mariënberg.
Het is een echt kruispunt-station, dat te Mariënberg. In het stationsgebouw is het druk. nu er drie treinen op het emplacement komen. Ons locaaltje, de trein Zwolle-Coevorden en straks de motorwagen voor Zwolle. Er zijn beambten met verschillende soorten petten, aanduidingen voor zeer uiteenloopende functies; roode vlaggen en seintoestellen, die herinneren aan het 100 jaar oude spoorwegdevies: Veiligheid voor alles. Intusschen is de motorwagen voor Zwolle binnengeloopen en we gaan rijden: in de richting Ommen. Ook nu is er een behoorlijk aantal passagiers. ,, . De trein voert hen door een gebied, zoo rijk aan natuurschoon, dat we, eiken keer als we er weer doorgaan, ons erover verbazen, dat de wegen, die parallel met de spoorbaan loopen, niet drukker zijn. Eerst zijn er, na Mari�nberg links en rechts, de fel witte zandverstuivingen, dan komen de eikenbosschen, afgewisseld rnet hooge roggeakkers en kleine weilanden, en dan in hoofdzaak dennewouden. Bij Beerze stuift iets bruin -geels weg m de richting van de boschduisternis. De passagiers kijken het, scherp turend, na. Een ree, die voor den trein schrok en vlucht. Als die sensatie voorbij is, schreeuwt een kleine medepassagier een nieuwe uit. Konijntjes, daar! We zien er een glimp van, maar de fasant-hen, die daar juist door een greppel het roggelanc inschuift, zien we ueter en misschien zijn we de eenigen, die haar 'agen. Door dit rijk van de stilte, dit schoone land met zijn vele onverwachte gebeurtenissen voert ons de N.O.L.S. motorwagen, langs snel voorbij flitsende verlaten stationnetjes, recht en snel op het doel af.
De onmisbare spoorlijn.
Zoo rijdend gaan we peinzen over de woorden, die we eenige weken geleden aan een van de eindpunten van deze lijn opvingen uit den mond van 'n regent, die de onmisbaarheid van deze spoorlijn naar voren bracht. Deze spoorlijn, zoo zeide hij, is de luchtpijp waardoor Oost-Overijssel en het aansluitende Drenthe ademhalen moeten. Wat beteekent deze streek voor een industrieel als er geen spoorlijn zou zijn ? Niets! Van een plaats, die je niet per spoor bereiken kunt, heet het: je kunt er niet komen! Daar is geen mensch, die het in zijn hoofd zal halen, daar industrie te vestigen. Industrie. De vorm van werkverschaffing, die deze streek juist zoo noodig heeft! Hij haalde in dit verband en passage aan uit het rapport, dat de Noordelijke Economische Technologische Organisatie te Groningen uitbracht over de economische vooruitzichten van de N.O.L.S. lijnen in Drenthe en Groningen, Daarin werd gezegd, dat, indien tot opheffing van het personenvervoer op de N.O.L.S. lijnen in die streken zou worden overgegaan, industrieelen er over dachten, hun daar gevestigde fabrieken naar elders over te brengen. Het is dus heelemaal nie" mogelijk, zoo concludeerde deze gemeentebestuurder,
nieuwe industrie�n in een van het spoor beroofde streek te vestigen. Een dergelijke streek heeft, zonder spoorlijn, geen gezonde outillage. De plaatsen, die in een dergelijke streek liggen, komen niet meer in het spoorboekje voor. Het is de dood in den pot. Ook die ambtelijke mond sprak toen van de grootere veiligheid, die het vervoer per spoor biedt, boven het autobusverkeer. Hij noemde den spoorweg het zekere vervoer. Met de bus, over een grooten afstand als Coevorden-Zwolle, komt de diligence-tijd weer in eere. Toen moest des winters de reis ook onderbroken worden, omdat de postkoets in de sneeuw was blijven steken, of de wegen te glad waren, of de mist te dicht. Welke trein heeft ooit voor die obstakels moeten wijken, behoudens dan wat de sneeuw betreft voor lawines? Maar daarvan hoorde men tot nu toe nog niet in 't Lemeler-gebergte!
De Vechtstreek.
Inmiddels stopte onze trein in Ommen, Het was daar druk op het perron. Er waren heel wat reizigers en het leek, hoewel het nog heelemaal geen hoogseizoen is. al een oogenblik op het roezig-gezellige van een druk toeristencentrum. Zoo goed als geheel bezet vervolgde onze motorwagen zijn reis, door het fraaie Regge- en Vechtlandschap, langs Vilsteren en het machtige Rechteren naar Dalfsen. De Vechtstreek! Onze gedachten hechtten zich vast aan dien naam. Er is eenige weken geleden heel wat deining in het Noord-Oosten over de N.V. Vervoersmaatschappij geweest en er zijn heel wat onvriendelijke woorden over de burgemeesters-plannenmakers gezegd. Ze zouden het front doorbroken hebben, dat gevormd was om de N.O.L.S. voor de Vechtstreek te behouden en ze zouden de bevolking al verzoend hebben met de gedachte, dat het personenvervoer op de lijn toch opgeheven zou worden, wat z'n terugslag bij de autoriteiten niet zou missen. Er werden persoonlijke motieven in het geding gebracht. Er werd luid gejuicht in een deel van de streek, toen AmbtHardenberg's raad �neen" zei op het voorstel van B. en W. ook mee te doen en er werd naderhand eenigszins verbaasd gekeken, toen wethouder de Bruin uit StadHardenberg zei, dat het juist de bedoeling was de N.O.L.S. te behouden door de oprichting van een autobusmaatschappij. Dat zou de spoorwegen aansporen de personentreinen te laten loopen. Het klonk paradoxaal en men zocht de oplossing van 's wethouders eenigszins duistere stelling daar, waar ze misschien te vinden was: achter de schermen. Wat ons betreft: de motorwagen, waarin wij nog altijd zaten, voerde ons Zwolle t�gemoet door een land, gespeend van alle duisterheden: het wijde weideland achter Dalfsen, in het Wythmensche. Daar stond de hemel klaar en zuiver boven. Het glom van dankbaarheid om de zoo juist gevallen lang verbeide regen en er was ruimte, naar alle einders. Die ruimte en dat licht brachten ons een gesprek in herinnering, dat we voerden in een lichte burgemeesterskamer van een eveneens aanliggende gemeente. Daar noteerden we:
Zoek er niets achter. Voor ons is de N.Ol.S. primair. Maar als de spoorweg-directie eens besluit tot het o.i. niet geheel onvermijdelijke dan moeten we klaar zijn. Dan kunnen we de Vechtstreek niet zonder vervoermiddel laten en we hebben het beter gevonden, dat, als die busdienst er dan toch m�et komen, het een busdienst, wordt, ge�xploiteerd door een semioverheidsbedrijf. Alleen daaruit kwam het initiatief van de burgemeesters van Ambt-Hardenberg en Ommen voort, maar we hopen, dat het niet noodig zal zijn een busdienst in bedrijf te brengen. De trein was in Zwolle aangekomen. We hadden even voorbij Herfte nog voor een onveilig signaal gestaan. Er wordt gewaakt in de seinhuizen, over de allerkleinste treintjes evengoed als over de snelste internationale expres. Veiligheid voor alles. Het was een snelle en mooie reis geweest, zonder busziekte of ander ongemak. De trein bracht in Zwolle een stroom reizigers aan. Menschen uit het NoordOosten van Overijssel. Een levende streek. Laten we niet zoo ver gaan, en zeggen, dat het verdwijnen van den trein haar dooden zou. Maar levendic is een dergelijke streek door de verschijning van een goed bezet treintje wel! Dat hij rijde !
| Gekoppelde stations
Vroomshoop Zwolle Geerdijk Mariënberg Ommen Vilsteren Rechteren Dalfsen
|