DE STOPPLAATS IDAARD-ROORDAHDIZUM.

Op de vragen van mevrouw de Vries-Bruins in verband met een voornemen tot vervanging van de halte Idaard-Roordahuizum door een stopplaats, heeft minister Reymer geantwoord, dat de te verrichten werkzaamheden, die geenerlei spoorwegervaring eischen van zeer eenvoudigen aard zijn en zonder bezwaar aan een buiten het eigenlijk spoorwegpersoneel staand persoon kunnen worden opgedragen. De directie der Nedcrlandsche Spoorwegen heeft daaromtrent reeds een overeenkomst getroffen. De hiermede in tal van andere gevallen opgedane ervaring heeft voldoende bewezen, dat particulieren dergelijke werkzaamheden zonder bezwaar voor een goede dienstuitvoering kunnen verrichten.

Het aantal aan de halte stoppende reizigerstreinen bedraagt 12 per dag en is sedert 1925 in het algemeen niet verminderd.

De met ingang van 5 Mei 1928 ingevoerde stopping op Maandag van trein 240? (thans trein 1519) is met 1? Mei 1930 opgeheven, omdat daarvan onvoldende gebruik werd gemaakt (gemiddeld minder dan 1 reiziger). Met het oog op het aantal afgegeven gewone plaatskaarten (over 1930 gemiddeld 15 a 16 per dag) is het aantal stoppende treinen ruim voldoende, vooral omdat sedert 1924. in hoofdzaak ten gevolge van antobusconcurrentie. het reizigersverkeer met ongeveer 20 pet. is terueceloopen.

In overweging is om. bij wijze van proef, een drietal motortre-nen op het baanvak Meppel- Leeuwarden, welke te Idaard-Roordahuizum zullen stoppen, in te leggen. Terugbrenging van de halte tot stopplaats is een maatregel van intcrnadministratieven aard, voor het publiek geen beteekenis heeft, omdat daardoor de vcrkeersbevoegdheid niet wordt gewijzigd.

Op dien grond bestaat derhalve geen aanleiding om daartegen bezwaar te maken.