Watergebouw voormalig station Vlissingen-Stad

Watergebouw Vlissingen in uitzending Omroep ZeelandVanavond was in het actualiteitenprogramma Zeeland nu van Omroep Zeeland een reportage te zien over het restant van het watergebouw van voormalig station Vlissingen-Stad, gelegen op het bedrijventerrein aan de Edisonweg in Vlissingen. In september stond dit gebouw op de nominatie om gesloopt te worden, tegelijk met een aantal loodsen van een garagebedrijf. Een particulier initiatief, een melding bij het Meldpunt Erfgoed Zeeland en inbreng van onder andere de Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland (WIEZ) hebben voorlopig tot uitstel van de sloop geleid en een overleg met de Gemeente Vlissingen over de mogelijkheden van behoud en herbestemming. WIEZ-medewerker Toon Franken gaf in de uitzending een toelichting op de historie van het object.

Het gebouw is het enige overblijfsel van de twee oudste treinstations in Vlissingen die in het kader van de kanaal, spoor- en havenwerken in 1871-1873 werden aangelegd (afgezien van de gecombineerde dienstwoning voor de stationschef en de havenmeester aan de Prins Hendrikweg). Ook in zijn ingekorte gedaante is het achtkantige gebouwtje een kenmerkend industrieel object. Watergebouwen van de spoorwegen zijn in Nederland inmiddels zeer zeldzaam en dit restant is het laatste voorbeeld in Zeeland.

Station Vlissingen-Stad
Tussen 1866 en 1873 werden op Walcheren onder regie van de Staatsspoorwegen het kanaal en de spoorweg aangelegd. In samenhang hiermee kwamen in Vlissingen nieuwe en grotere havens, een dubbele schutsluis en twee treinstations. Ten noorden van de Keersluisbrug aan de oostelijke zijde van het Kanaal door Walcheren kwam een stationsgebouw – een verkorte versie van dat van Middelburg – met een spooremplacement dat zich in noordelijke richting uitstrekte, parallel aan het kanaal en de huidige Edisonweg. Dit station werd het “locaal station” genoemd, ook wel station “Vlissingen-Stad”, dit ter onderscheid van het “havenstation” of station “Vlissingen-Haven” gelegen op de locatie van het huidige Vlissingse station aan de Buitenhaven. Het station Vlissingen-Stad was maar een kort leven beschoren. In 1894 werd de hoofdspoorlijn verlegd naar het havenstation, dat toen Station Vlissingen werd.

Watergebouw
Verspreid over het rangeerterrein bij station Vlissingen-Stad stonden diverse hulpgebouwen en andere objecten, zoals een locomotievenloods, een rijtuigenloods, een goederenloods, een verhoogde los- en ladingplaats en een draaischijf. Ook was er een voorziening nodig waarmee de stoomlocomotieven water konden innemen. Al sinds 1840 werden daarvoor watertorens langs spoorwegen gebouwd, die vanaf 1856 ook voor de drinkwatervoorziening in zwang kwamen. De watertorens langs het spoor waren meestal minder hoog dan die voor de drinkwatervoorziening en kregen daarom ook wel de naam “watergebouw” of “waterreservoir”. In het bestek voor de bouw van de Vlissingse toren wordt gesproken over een “gebouw tot waterbezorging”, op de bestektekening over een “watergebouw”.

Aanzicht en doorsnede van het watergebouw op de tekening behorende bij het bestek nr 532 van de Staatsspoorwegen van 17 oktober 1872

Aanzicht en doorsnede van het watergebouw op de tekening behorende bij het bestek nr 532 van de Staatsspoorwegen van 17 oktober 1872

Restant
De aanbesteding voor de bouw van de toren vond plaats in Den Haag op 17 oktober 1872, tegelijk met een aantal andere objecten rond de kanaal-, spoor- en havenwerken in Vlissingen zoals een wachthuis bij de dubbele schutsluis en een goederenloods met verhoogde los- en laadplateaus bij het havenstation. Volgens het bestek moest de basis van het gebouw een regelmatige achtkant zijn met een straal van vier meter. De toren was zo’n tien meter hoog en onder het maaiveld ligt een vier meter diepe kelder, gefundeerd op 88 heipalen van “meskant bezaagd dennenhout”. Het metselwerk werd uitgevoerd in “ondervoets hardgraauw in sterk bastaardtras”. Het gebouw moest vóór 1 april 1873 klaar zijn. De werken werden gegund aan de laagste inschrijver, aannemer J. van der Griendt uit ’s-Hertogenbosch voor een bedrag van 96.950 gulden, ruim 5.000 gulden boven de begroting.

Verval
Klik voor vergrotingHet watergebouw heeft maar twintig jaar als zodanig dienst gedaan. Vanaf 1 mei 1874 was het station Vlissingen-Stad officieel in bedrijf en op 18 juli 1894 werd de hoofdspoorlijn al verplaatst naar het station aan de haven. Daarna bleven de stationsgebouwen op het emplacement aan het kanaal staan. Het hoofdgebouw bleef nog in gebruik als woning en werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, na de oorlog zijn de restanten gesloopt. Bovenin het watergebouw zat tijdens de oorlog een mitrailleursnest. Tot in de jaren vijftig was het gebouw nog in zijn oorspronkelijke hoogte aanwezig, alhoewel op enig moment het dak lijkt te zijn verwijderd. Pas de bouw van de Centrale Zeeland van de PZEM en de aanleg van het daarvoor noodzakelijke koelwaterkanaal langs de Edisonweg (1950-1954) betekende het einde van vele voormalige stationsobjecten, behalve het watergebouw. Schrootbedrijf Leijnse kocht in de jaren vijftig het terrein Edisonweg 37 – met het watergebouw – en plaatste hier enkele loodsen. Van het watergebouw werd de bovenste ring verwijderd en het restant in gebruik genomen als kantoor. Begin jaren tachtig vestigde Garagebedrijf Wondergem zich op het terrein. Met wit geschilderde muren en blauwe deuren, kozijnen en onderrand bleef het intact en herkenbaar. In 1988 werd het gebouw opgenomen in een routegids langs industrieel-historische objecten op Walcheren.

Sloop of behoud
Nadat Auto Wondergem in 2007 was verhuisd naar bedrijventerrein Vrijburg, kwamen de loodsen leeg te staan. Op 23 juli 2009 verleende de Gemeente Vlissingen een sloopvergunning voor alle gebouwen. In september werd het watergebouw gekraakt. Een week later arriveerde de sloper die begon met het verwijderen van de loodsen en opdracht had als laatste het watergebouw te slopen. De kraker meldde dit voornemen bij het Meldpunt Erfgoed Zeeland, waarop de Gemeente Vlissingen de sloop voorlopig opschortte.

Update, 4 en 5-11-2009
Een overleg tussen de gemeente en de betrokken erfgoedorganisaties op 3 november leverde op dat voorlopig van sloop wordt afgezien in afwachting van de verdere ontwikkeling van het gebied en dat de Bond Heemschut een nader onderzoek naar hergebruik instelt. In de Walcherse editie van de PZC van 5 november 2009 werd in een uitgebreid artikel ook aandacht geschonken aan het watergebouw.

Bronnen:

  • Uitzending Zeeland nu op Omroep Zeeland TV van 2 november 2009, zie Uitzending Gemist op de website van het Omroep Zeeland, programma Zeeland nu, menukeuze “20091102″ (het item start bij 06.30 min.)
  • Bericht Veel meldingen bij Meldpunt Erfgoed op de website van het Omroep Zeeland, 2 november 2009
  • Bericht Geen sloop watertoren Vlissingen op de website van het Omroep Zeeland, 4 november 2009
  • Bericht “Achtkantige herinnering aan Station Vlissingen Stad” in de editie Walcheren van de PZC van 5 november 2009
  • Melding Bedreigd: Watergebouw spooremplacement – Vlissingen op de website van het Meldpunt Erfgoed Zeeland
  • Thema Kanaal en spoorweg op Walcheren op GeschiedenisZeeland.nl
  • A.F. Franken, Walcheren in het spoor van bedrijf en techniek. Vier routes langs objecten die herinneren aan de ontwikkeling van verkeer, handel en nijverheid (Middelburg 1988) 33-34
  • A.F. Franken, Op stoom! Industrieel erfgoed in Zeeland (1850-1970). Cultuurhistorische Reeks Provincie Zeeland 13 (Middelburg 2004) 30
  • Zeeuws Archief, archief Rijkswaterstaat Directie Zeeland, Deel II: Diensten (toegang 361.2), inv.nr 1111, besteknr 532 (”Bestek en voorwaarden wegens het maken van een gebouw tot waterbezorging met toebehooren op het lokaal station, een wachthuis bij de dubbele schutsluis, eene bergplaats voor goederen met verhoogde los- en ladingplaats op het havenstation en eenige verdere werken te Vlissingen; aan te besteden 17 october 1872″)

Reacties zijn gesloten.